Alma, midden, achterste rij: "... de band die kunst en mensheid zal verbinden is nog een toekomstdroom ..." (foto genomen in het ontwerpbureau Isostat, Moskou 1933)

Peter Alma

(1886-1969)

Peter Alma was middels zijn vrienden Mondriaan en Van der Leck betrokken bij de geboorte van De Stijl, maar anders dan hen zocht hij vanaf  de Russische revolutie in 1917 naar de mogelijkheden binnen de kunsten om de gemeenschap en de klassenstrijd te dienen. Zo ontwikkelden zich twee aspecten van zijn kunstenaarschap; als graficus diende zijn oeuvre met heldere zwart-wit contrasten en eenvoudige picturale mededelingen de verbreiding van de sociale revolutie en op de tweede plaats als monumentaal scheppend kunstenaar waar zijn werk op de wanden van o.a. het Amstel Station, enkele scholen, bedrijven, kantoren en zwembaden een verstaanbare taal tot de gewone mens moest spreken.

Alma bezocht van 1904 tot 1906 de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en vervolgens tot 1914 de Académie Humbert in Parijs. Hij raakte er bevriend met Fernand Léger en Piet Mondriaan en nam deel aan de befaamde Salon des Indépendants. In 1916 vestigde hij zich in Meerhuizen, een buitenhuis aan de Amstel, waar meerdere kunstenaars woonden, onder wie Charley Toorop. Vanaf 1919 maakte hij houtsnedes voor de communistische krant de Tribune, waarin hij ook regelmatig tentoonstellingen besprak. In 1921 bezoekt hij in Moskou het Congres van de Derde Internationale en ontmoet er kunstenaars als El Lissitsky, Kandinsky, Tatlin en Malevitsj. Mede door zijn toedoen komt in 1923 de revolutionaire “Eerste Russische Kunsttentoonstelling” naar het Stedelijk Museum in Amsterdam. In 1924 heeft hij er zelf een overzichtsexpositie.

In 1918 publiceert Van Doesburg in “De Stijl” een artikel tegen het gebruik van de diagonaal en valt daarmee Alma en indirect ook Bart van der Leck aan. Alma pareert door Van Doesburg gebrek aan engagement te verwijten. Verwijdering tot De Stijl en groter politiek engagement is het gevolg . Hij spant zich in 1919 succesvol in om met een ondertekend manifest het postverbod met de Sowjet-Unie op te heffen en levert daarmee een grote bijdrage aan uitwisselingen tussen intellectuelen en kunstenaars in betrokken landen.

Na 1926 wordt zijn grafische werk opgenomen in internationale kunstpublicaties zoals i/10. Hierdoor wordt hij door Gerd Arntz gevraagd te ontwerpen voor het Instituut voor Beeldstatistiek in Wenen en werkt hij mee aan het opzetten van Isostat, het nieuwe Russische instituut voor beeldstatistiek in Moskou en Charkov. Alma was actief in het anti-facistische kunstenaarsprotest; in samenwerking met Bertold Brecht tegen de Olympische Spelen in Berlijn en tegen de Spaanse Burgeroorlog.