Willem Oepts

(1904-1988)

Oepts was aanvankelijk technisch tekenaar en kreeg vanaf 1924 raadgevingen van Charley Toorop voor zijn vrije werk, dat toen hoofdzakelijk bestond uit houtsnedes. Hij exposeerde in 1929 zijn eerste schilderijen, die toen nog geheel de geest van de Nieuwe Zakelijkheid ademden. Vanwege een grote bewondering voor Vincent van Gogh vestigde hij zich in 1934 in Parijs en volgde er lessen aan de Académie la Grande Chaumière. Tijdens de Tweede Wereldoorlog week Oepts uit naar Engeland en werkte als illustrator voor «Vrij Nederland». Na de oorlog keerde Oepts terug naar Frankrijk en begon te schilderen in de voor ons nu bekende individuele stijl.

Terwijl in Nederland gebekvecht werd tussen experimentele groeperingen en de figuratieve schilderkunst naar de achtergrond verdrongen was, werkte Oepts gestaag door aan zijn zeer persoonlijke poëtische stijl die zeer beïnvloed was door de moderne tak van de «École de Paris» met kunstenaars als De Staël en Poliakoff die veelal grote kleurvlakken met het paletmes aanbrachten.

Net als zijn Nederlandse tijdgenoot Otto de Kat is Oepts ook altijd trouw gebleven aan de figuratieve schilderkunst. Net als bij De Kat ligt ook daar zijn grootheid. Altijd zoekende naar een persoonlijke, ideale combinatie van traditie en vernieuwing, behoort Oepts zeker tot het handvol Nederlandse belangrijkste naoorlogse figuratieve schilders. In die zin hoort hij helemaal thuis in de stal van het Henriëtte Polak Museum in Zutphen, waar al jaren volgens een consequent programma klassieke naoorlogse figuratieve schilders worden getoond zoals o.a. Bayens, De Kat, Kurpershoek, Wijnberg en Verwey.