Corneille

(geb. 1922)

Geboren in het Belgische Luik, als kind van Nederlandse ouders. Hoewel grotendeels autodidact, volgde hij kunstcursussen aan de Amsterdamse Academie, tussen 1940 en 1942. In 1946 hield hij in Groningen zijn eerste expositie.

Aanvankelijk sterk beïnvloed door het werk van Picasso, maakt hij zich in 1948 hiervan los, op het moment dat hij toetreedt tot de groep Cobra; hij is daarvan medeoprichter samen met Karel Appel, Jan Nieuwenhuys en Constant Nieuwenhuys.

In 1950 verhuist hij van Amsterdam naar Parijs. Daarna reist hij meermalen naar het buitenland: Noord-Afrika, Sahara, Noord-Amerika, de Antillen, zelfs Zuid-Amerika en die reizen bepalen gevoelig de aard van zijn werk. Lyrische semi-abstracte composities in een warm en genuanceerd coloriet drukken zijn spontane emoties uit. Zijn werk wordt gekenmerkt door beweging en optimisme. Vanaf 1960 valt hij terug op een nieuwe figuratie, waarbij vogels, bloemen en vaak personages tot zijn artistiek vocabularium behoren.

Corneille is tegenwoordig nog steeds even werklustig als de Corneille van vroeger. Zelf beweert hij dat schilderen geen hobby of job is, maar eerder een roeping. Momenteel heeft Corneille zijn atelier in de Franse hoofdstad Parijs. Bezoekers worden vrijwel niet gedoogd door de kunstenaar.