" .... Velasquez en Rembrandt hoeven daarom toch niet verbrand te worden ... " (sussend tijdens discussie over Pointillisme)

Isaac Israels

(1865-1934)

Isaac Israels (1865 Amsterdam – 1934 Den Haag) kreeg les van zijn vader, de grote Jozef Israels (1824-1911) en volgde van 1880 tot 1882 een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag en van 1886 tot 1887 aan de Rijksacademie in Amsterdam. Reeds op 16-jarige leeftijd schilderde het wonderkind Israels virtuoze stukjes met veelal militaire onderwerpen. Pas toen hij in Amsterdam proefde aan de sfeer van de literaire kunstenaarsbeweging van de «Tachtigers», ontstond de vonk die Israels tot de grootste impressionist van Nederland zou maken.

Het kunstenaarschap van tijdgenoot Breitner speelde een sleutelrol in deze ontwikkelingsfase. Breitner vierde aan het begin van de jaren ’90 triomfen, hetgeen de ambitieuze Israels, een groot bewonderaar van Breitner, soms tot wanhoop dreef. Toch ontstond er een rivaliserende vriendschap tussen de beide mannen. Hoe het ook zij, vast staat dat Israels vanwege zijn onderwerpskeuze, de mens, en door zijn aantrekkelijke reportage-stijl in de huidige tijd grotere successen boekt dan zijn wellicht grotere tijdgenoot Breitner. Israels reisde tijdens zijn leven veel door Europa en Indonesië en verbleef lange tijd in Parijs. Hij werd vooral bekend als schilder van het eigentijdse leven op straat in parken, fabrieken, winkels en het theater.