(1857-1923)
Een beruchte uitspraak van Breitner is dat Vincent van Gogh “kunst voor eskimo’s” maakte. Waar de post-impressionist van Gogh met behulp van sterke contrasten en kleurstellingen zijn eigen perceptie van de wereld probeerde weer te geven, probeerde Breitner juist een pure, kale werkelijkheid te tonen. Zijn vriend Isaac Israels was jaloers op hem omdat Breitner als vanzelf een vorm beheerste waar Israels met moeite naar zocht.
Amsterdam was zijn werkplek. Hier schilderde hij zijn stadsscènes en stadsgezichten. Dam, Damrak en Rokin, maar ook mindere buurten van de hoofdstad als de Jordaan, hadden zijn aandacht. Hij offerde veel détail om met snelle penseelstreken een treffend beeld van de sociale milieus tussen de Amsterdamse architectuur en het leven op straat met zijn werklui, huisvrouwen, dokwerkers, straathonden.
Ondanks zijn sterstatus, zijn goed betaalde schilderijen en zijn contract met de internationaal vermaarde kunsthandel Van Wisselingh, verkeerde Breitner vrijwel zijn hele leven in financïele moeilijkheden en stierf in zorgelijke omstandigheden.