Harmen Meurs

(1891-1964)

Harmen Hermanus Meurs werd op 17 januari 1891 in Wageningen geboren als het vierde kind van een tamelijk welgestelde handelaar in tapijten en meubelen. Tijdens zijn jeugd volgde hij zijn eerste schilderslessen, bij Louis Rademakers en August Felice. Een betere opleiding kon hij zich niet wensen want bij beide kunstenaars lag het accent vooral op de ambachtelijke perfectie van het vak. Aangezien zijn vader van hem eiste dat hij zijn akte tekenen zou halen volgde Meurs van 1909 tot 1911 lessen op de Rijksschool voor kunstnijverheid in Amsterdam en daarna een jaar lessen op de aan de Rijksacademie in Amsterdam.

In de jaren hierna schilderde hij voornamelijk stillevens, landschappen en figuren uit het boerenleven. Over het algemeen zijn deze licht van kleur, maar overheersend dramatisch wat het beeld betreft. Tussen 1915 en 1920 gaat de nog jonge Meurs herhaaldelijk naar Frankrijk, waar hij veel figuren en stadsgezichten schildert onder invloed van het expressionisme en het kubisme. In diezelfde periode werd hij lid van de Onafhankelijken, waarvan hij jaren lang voorzitter zou zijn. In deze periode heeft hij tentoonstellingen met onder andere Jan Toorop, Kees van Dongen en Gustave de Smet.
Meurs schilderde “uit het geheugen”, zoals hij het zelf noemt. Met als steun en uitgangspunt de natuur en het gebeuren van het dagelijkse leven schildert hij de innerlijke en intensieve verbeelding van het werkelijke leven. Hij is dan ook een kolorist bij uitnemendheid.

Naar werk uit onze "historie" met Harmen Meurs