(1898-1990)
Jan van Heel leidde wel drie levens tegelijk. Op de school waar hij werkte was hij volop leraar. Daarbuiten was hij een bekende schilder en in andere kringen weer kende men hem vooral als officiële vertegenwoordiger van de Nederlandse kunstwereld op internationale exposities. Hij woonde en werkte gedurende zijn lange leven te Rotterdam en Den Haag, in Parijs en later ook in Spanje. Hij was van beroep tekenleraar, waarvoor hij gedurende zijn leven op verscheidene scholen en academies les gaf. Zijn onderwerpen waren clowns, circusmotieven, dieren, stillevens, Parijse stadsgezichten en later, in zijn meest abstraherende periode, Spaanse en Italiaanse (Dolomieten) landschappen. Van Heel behoort tot de Nieuwe Haagse School die omstreeks 1950 in Den Haag is ontstaan als tegenhanger van de Amsterdamse Cobra. Hier werkte hij samen met kunstenaars als Hussem, Westerik, en Van Bohemen. Hij heeft vele kunstprijzen behaald en is in vele musea in binnen- en buitenland vertegenwoordigd.
