Lucebert

(1924-1994)

Zijn vader had een schildersbedrijf in de Amsterdamse volksbuurt De Jordaan. Hijzelf ontving aanvankelijk een handelsopleiding maar vanwege zijn belangstelling voor de taal en de tekenkunst ontstond de behoefte aan kunstonderricht. In 1938 volgde hij tekenlassen aan de Amsterdamse  Kunstnijverheidsschool maar na een half jaar staakte hij ook deze opleiding. Na de Tweede Wereldoorlog leidde hij een zwervend bestaan. Hij begon in 1945 te dichten en vanwege het experimentele karakter hiervan en het ontbreken van rijm, verwierf hij hiermee grote bekendheid.

In de hoedanigheid van eerste experimentele dichter, was hij in 1948 een van de medeoprichters van de «CoBrA»-groep en exposeerde als dichter en tekenaar tijdens de eerste groepstentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Hij verkreeg in 1954 zijn eerste literaire onderscheiding en in 1968 ook de fameuze P.C. Hooftprijs voor literatuur. Woonde en werkte vanaf 1952 in Bergen (N.H.).

Noch in zijn tekeningen, noch in zijn schilderijen onderwerpt het werk van Lucebert’s zich aan een stilistische indeling. Zijn onderwerpen zijn vaak vrolijk van aard en kenmerken zich door een drang naar vrijheid en experiment. Mede door zijn voorkeur voor Duitse literatuur, dringen zich vergelijkingen op met Duitse kunstenaars als Klee en Ernst, terwijl de esthetische invloed van de Fransen Dubuffet en Picasso ook zeer merkbaar is.