"... ik was nooit jaloers, nooit verliefd geweest ook, maar nu wel, en met terugwerkende kracht, jaloers op alle mannen die haar geneukt hebben vorige week. Ze heeft ongeveer 15-20 klanten gehad de afgelopen maand, tijdens mijn afwezigheid ..."
(geb. 1957)
Van 1976 tot 1981 bezocht hij de Gerrit Rietveld Academie te Amsterdam. Gedurende de jaren 80 wordt Klashorst gerekend tot de Nieuwe Wilden. Zijn uitbundige schilderwerk werd in 1983 bekroond met de Koninklijke Subsidie voor de Vrije Schilderkunst.
In 1987 begon Klashorst na gesprekken op Tenerife met de Tsjechische kunstenaar Jiri Georg Dokoupil het in Amsterdam gevestigde kunstenaarscollectief After Nature, dat zich afzette tegen het heersende abstract expressionisme. Bekend en berucht waren hun gezamenlijke performances op straat, in de natuur en tijdens kunstmanifestaties. In 1995 viel de After Nature groep weer uiteen. In de tussentijd had deze groep ook het Amsterdams Instituut voor de Schilderkunst (AIS) opgericht, waar zij open schilderworkshops organiseerden.
Klashorst verraste het kunstpubliek regelmatig met een nieuwe schilderstijl maar haalde ook regelmatig het landelijke nieuws met zijn losbandige levensstijl. Hij schilderde en fotografeerde in Afrika vele dames. In 2000 belandde hij in het overwegend islamitische Senegal in een politiecel. Hij werd verdacht van het aanzetten tot losbandigheid en het vervaardigen van obscene afbeeldingen omdat hij lokale vrouwen naakt had geschilderd. Door het omkopen van ambtenaren wist hij zich op borgtocht vrij te kopen, en in stilte via Gambia het land te ontvluchten. Later verbleef hij met regelmaat in Nairobi, Mombassa (Kenia) en Bangkok (Thailand).
In 2005 verscheen King Klashorst, een geautoriseerde biografie door Robert Vuijsje. In 2006 haalde hij de pers met de oprichting van de ‘kunstenaarspartij’ Huisje-boompje-beestje, die dat jaar bij de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam 787 stemmen behaalde (0,3%).
Begin 2011 vond een tentoonstelling plaats in het Tuol Sleng-museum in Phnom-Penh (Cambodja). Klashorst schilderde de slachtoffers van de Khmer Rouge-periode, portretten die hij vervolgens met een spuitbus bewerkte. Het project wordt gesteund door UNESCO.
In 2011 verscheen zijn autobiografie Kunstkannibaal, waarvan de publicatie met veel media-aandacht gepaard ging. In december 2011 exposeerde Klashorst in de Amsterdamse galerie Naleye zijn Cambodjaanse portrettenreeks, aangevuld met recent werk.
In januari 2014 werd bekend dat Klashorst aan aids lijdt.